4. De parkeerplaats

1 Petrus 2:4-5  

Kom naar Hem toe als naar een levende steen. die wel door de mensen verworpen is, maar bij God en kostbaar, dan wordt u zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterschap, om geestelijke offers te brengen die God welgevallig zijn door Jezus Christus.

De gespleten steen

Carmen ken je mij?

* Nee eigenlijk niet.

Het gaat er niet om of ik echt Petrus ben maar het gaat om de gelijkenis. Om het verhaal om iets duidelijk te maken. Het gaat om de gespletenheid die onstaan is in de steen, in de rots. Wil je daar meer over horen Carmen? 

* Nee eigenlijk niet 

Waarom niet Carmen?

* Ik ben gespleten geboren en heb gespleten geleeft.  God heeft mij gered en geheeld, Weer heel gemaakt. Ik ga daar liever niet meer met iemand naar terug.  

Ok dat begrijp ik. Heet je daarom Carmen en niet meer Petra, de rots?

* Ja. Na mijn verwekking kreeg ik de naam Carmen. Toen veranderde er iets en kreeg ik bij mijn geboorte de naam Petra. 

Carmen, ik kreeg de naam Simon maar van Jezus kreeg ik de naam Petrus, de rots.

Ben ik dan ook gespleten?

* Dat weet ik niet. Ik ken je niet.

Carmen, ik denk dat je me beter kent dan dat je in de gaten hebt. Weet je waarom?

* Nee Petrus

Omdat onze band de rots vertegenwoordigt waar Jezus mij naar vernoemd heeft. 

* Dat begrijp ik niet.

Dat weet ik, ik ga je dat nu vertellen als je dat fijn vind. 

* Dat is goed maar houd het simpel alsjbelieft.

Doe ik Carmen.

Kom stap weer in dan trap ik het gaspedaal even flink in van ons oude vertrouwde Trabantje.